Bepaling van gesteldheid

De bepaling van gesteldheid is een soort naamwoordelijk - deel - van - het - gezegde - zonder - koppelwerkwoord BIJ of IN een lijdend voorwerp.

In hij heeft de deur groen geverfd is 'groen' dus een bepaling van gesteldheid, want de zin komt neer op hij heeft de deur geverfd en nu is de deur groen, waarin 'groen' een naamwoordelijk gezegde is bij 'de deur', die op zijn beurt lijdend voorwerp is.

De bepaling van gesteldheid heeft altijd iets bijvoeglijks, omdat ze een soort naamwoordelijk deel van het gezegde is. Maar ze heeft ook altijd iets bijwoordelijks, omdat ze niet alleen iets zegt van het lijdend voorwerp, maar ook van het werkwoord: 'hoe heeft hij de deur geverfd? Groen!'.

In hij heeft de deur groen geverfd is de bepaling van gesteldheid iets dat BIJ het lijdend voorwerp gevoegd wordt: een predicatie BIJ het lijdend voorwerp. Er zijn ook gevallen van predicatie IN het lijdend voorwerp: ik vind jou leuk. Hier zegt het naamwoordelijk deel van het gezegde ('leuk') niet iets VAN het lijdend voorwerp, want het lijdend voorwerp is niet jou, maar jou leuk (cf. ik vind dat jij leuk bent; lijdend voorwerp is 'dat jij leuk bent'). Het naamwoordelijk deel van het gezegde zegt hier dus iets van een deel van het lijdend voorwerp: 'jou'. Dus, in ik vind jou leuk zegt de bepaling van gesteldheid ('leuk') iets van een deel van het lijdend voorwerp van de zin.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-Share Alike 2.5 License.